De historie van S.V. Tubantia

In het onderstaande stuk vindt u een groot deel van de historie van schietvereniging Tubantia terug. Dit stuk is grotendeels geschreven door Willem Hakkert. Dit stuk en nog veel meer, was onderdeel van het door SV Tubantia uitgegeven jubileumboek in 1992 ter ere van het 100-jarig bestaan. Dit boek van 90 pagina's is destijds gratis huis aan huis verspreid in het postcodegebied Rijssen en had een oplage van ca. 8500 stuks.
Bij een vereniging van onze leeftijd spreekt het vanzelf , dat tientallen en nog eens tientallen leden komen weg te vallen door de jaren heen. Veel van hen hebben tot op vrij hoge leeftijd hun geliefde sport mogen beoefenen, voor een aantal was dat echter niet weggelegd. Wij zullen niet alle namen van de ons ontvallen schutters noemen, allemaal hebben ze hun plaats in onze vereniging gehad, drie als erevoorzitter, een groter aantal als bestuurslid en meerdere tientallen als sportschutter, allen werkend voor Tubantia. Zij zullen in onze herinnering blijven. Wij wensen nabestaanden als zij dit zien en lezen, toch enige troost toe, hoe gering ook. Wij wensen u veel leesplezier.

 
TUBANTIA VAN 1892 TOT 1940
Door de ontwikkeling van wapens en kruit werd, in de tachtiger jaren van de vorige eeuw, voldaan aan de voorwaarden die toen op technisch gebied aan het scherpschieten konden orden gesteld. Overal in den lande werden scherpschutters verenigingen opgericht. Door de overheid werd die ontwikkeling sterk gesteund, o.a. door beschikbaarstelling van geweren en munitie. Ook in Rijssen waren een aantal “notabelen” van mening dat er een dergelijke vereni­ging moest komen. Ongetwijfeld zijn daar de nodige besprekingen aan vooraf gegaan, maar met de vaststelling van de statuten op drie juni 1892, was de oprichting van onze vereniging een feit. Leden waren: H.J.van Opstall, A.H.ter Horst, ?.van Fpse Pieerink sr., H.H Kortebos, D.Duif, A.E.ter Horst, G.H.Immink, J.ter Horst JHzn., J.Koenderink, B.de Jong, G.W.Martens, A.Ger­branda en P.E.de Vaal.
 
We willen hier even kijken naar de situatie waarin ons Vorstenhuis zich bevond in die tijd. Van 1849 tot 1890 was Willem III (geb.19-02-1817) Koning der Nederlanden. Hij was op 18 juli 1839 gehuwd met zijn nicht Sophie van Wurtemberg, dochter van zijn moeders zuster Katharina Pavlovna. Uit dit huwelijk werden drie zoons geboren: Willem in 1840, Maurits in 1843 en Alexander in 1851. Maurits stierf in 1850, Koningin Sophie in 1877, Willem in 1879 en Alexander in 1884. Uit het tweede huwelijk van de Koning, op 7jan.1879, met Adelheid Emma Wilhelmina Theresia van Waldeck-Pyrmont, werd op 31 aug.1880 een prinses geboren.
 
Wilhelmina Helena Pauline Maria is nog maar tien jaar oud als haar vader Koning Willem III sterft. De Koningin Weduwe zal tot haar dochter 18 jaar is voor haar de wetten en besluiten als Regentes ondertekenen.
 
Op 24 april 1893 werden door Tubantia militaire geweren en patronen aangevraagd. Het ledental was van elf naar dertien gestegen. In het eerste jaar was kennelijk geschoten met geweren van de schutterij of van particulieren, dat eten we niet zeker. Over de eerste jaren van onze vereniging is niet veel bekend. Het was in elk geval een kleine vereniging waartoe de gemiddelde Rijssenaar zich niet voelde aangetrokken. Ronde de eeuwwisseling stonden de activiteiten zelfs op zo’n laag peil, dat er even sprake van opheffing is geweest.
 
Op de ledenvergadering van januari 1900 werd echter een nieuw bestuur gekozen met als drijvende kracht de heer M.G. van Heel als secretaris. Verder H.H. Kortebos als voorzitter, J. ter Horst JHzn. Als penningmeester, J.J. Grobben en Z. Regeling als commissarissen. Tubantia telde toen 20 leden en er tekende zich een iets gunstiger beeld af, het ging blijkbaar de goede kant op. In het begin van de vorige eeuw werd geschoten op 100, 200 en 300 meter.
 
Op 15 nov. 1904 benoemde de Koningin de heer Teunis Lodder tot burgemeester van Rijssen, toen een provinciestadje van nog geen 6000 inwoners. Het jaarsalaris van de burgemeester bedroeg toen ƒ1500,-. De nieuwe burgemeester zat niet stil, al in 1906 werd het oude stadhuis vervangen door een nieuw stadhuis, dat jammer genoeg ook al weer gesloopt is. Het had heel goed in combinatie met de schildschool gehandhaafd kunnen blijven.
 
In die tijd bedroeg de contributie voor de KVvNS ƒ 2,50 per jaar. Tubantia bleef nog steeds een betrekkelijk kleine vereniging, hoofdzakelijk als gevolg van de omstandigheden in het jutestadje, waarop we iets verder in zullen gaan. Het was in deze periode bepaald geen rustige tijd voor de Rijssenaren. Haar voornaamste bron van inkomsten trok de bevolking uit de jutenijverheid waarvan de fa. Ter Horst promotor was. Een deel van het werk gebeurde nog in de vorm van huisnijverheid. Naast haar huishoudelijke en vaak ook nog agrarische bezigheden, kon een vrouw zo’n drie gulden met thuiswerk verdienen. Een volwassen man verdiende op de fabriek vijf à zes gulden per week.
 
In die tijd kwamen er afdelingen van de ANBT, de Eendracht en van Unitas in Rijssen. Op 17 augustus 1906 werd loonsverhoging geëist van maar liefst 20%. De firma weigerde aanvankelijk maar wilde in november gedeeltelijk aan de eisen voldoen. Men kwam echter niet tot overeenstemming. Op maandag 3 december was de staking een feit en op 6 december lag de productie volledig stil. Half februari werd de productie hervat, de arbeiders konden tegen hun oude loon het werk weer opnemen. De staking begon langzaam te verlopen en op 30 april 1907 war er een einde aan gekomen. De vakbonden verloren veel aanhang en een aantal leidende figuren bij de staking werd de toegang tot de fabriek ontzegd.
 
In dat licht gezien was het niet verwonderlijk dat er een vrij grote afstand bestond tussen de firmanten en de hunnen enerzijds en het arbeidende volksdeel van Rijssen en anderzijds. Voegen we hierbij dat de contributie voor de KVvNS ƒ 2,50 bedroeg, een half weekloon, alsmede het feit dat de voorzitter van Tubantia een Ter Horst was, dan is het begrijpelijk de Tubantia in die tijd werd aangezien voor een vereniging waar een arbeider niet thuis hoorde. De tijden zijn veranderd en onze vereniging is nu dan ook een toonbeeld van algemeenheid waar werkelijk iedere Rijssenaar, maar ook schutters uit de wijde omgeving, zich thuis kan voelen.
 
Terug naar 1908, het jaar van de Olympische spelen in Engeland, waar de Nederlandse schutters overigens geen hoge ogen gooiden, geweer 7e en revolver 6e plaats. Wat Tubantia betreft laten de archieven ons dan tot 1925 in de steek. Dit als gevolg van het verloren gaan van het archief bij het bombardement op het kantoor van Ter Horst in 1944, waar ook het archief van Tubantia zich bevond. Wel gebeurden er in de periode 1908-1925 nog een aantal vermeldenswaardige zaken. Op 30 april 1909 werd de zeer wankele basis van de Oranje dynastie verbreed door de geboorte van prinses Juliana Louise Emma Marie Wilhelmina, later onze Koningin Wilhelmina († 20 maart 2004). Ze huwde op 7 januari 1937 Bernard Leopold Frederik Everhard Julius Coert Karel Godfried Pieter prinds van Lippe-Biesterfeld. Laatstgenoemde komen we verderop in dit verhaal nog weer tegen. Van 1908 tot 1913 kende Rijssen nog de schietvereniging Hercules, een vereniging inde geest van het voorbereidend militair onderricht. Voorzitter waas L, Pagrach, secretaris J. Mulder en penningmeester J. Dommerholt. De leden waren voor het grootste deel fabrieksarbeiders (de bekende tegenstellingen). Er werd geoefend op de schietbaan op de haspel. Deze vereniging is echter niet echt uit de startblokken gekomen. De medewerking van de overheid zal zich waarschijnlijk wel tot het minimum hebben beperkt.
 


Het Parkgebouw in Rijssen, de kelder bood jarenlang onderdak aan
Tubantia voor het houden van de wintercompetitie.

Na de Eerste Wereldoorlog gebeurde er voor Tubantia weinig spectaculairs. De Olympische spelen van 1924 in Frankrijk brachten de schietsport weer wat in de belangstelling van het publiek. Er werd geschoten op 400, 600 en 800 meter met geweer en op 25 meter met pistool/revolver. Van de veertien deelnemende landen werd Nederland 9e bij het geweerschieten en 12e bij het pistoolschieten. Overigens was er een jaar eerder al een nationale wedstrijd gehouden ter gelegenheid van het 25-jarig regeringsjubileum van koningin Wilhelmina. Op de presentielijst van de vergadering in het Parkgebouw d.d .7 dec .1925 vinden we de volgende namen: M.G.van Heel, G.Rouwendal, D.J.Logman, G.Rozendom, A.Poortman, G.J.Poortman, B.W.Haase, F.Riick-hormann, J.Hoevenberg, G.Wessels, A.J.Gerritsen, G.J.Nieuwenhuys, J.Bouwhuis, G.Bouwhuis, D.Vos, M.ten Hove, G.Kreijkes, A.ten Hove, G.Drenth en G.van Eerden. Aan de orde kwamen o.a. de voorwaarden waaraan moest worden voldaan om met militair geweer (M95) aan wedstrijden te kunnen deelnemen. De contributie werd vastgesteld op 15 ct. per week plus 5 ct. voor iedere serie van vijf schoten. Bestuursleden waren: G.J.Poortman, G.van Eerden, D.Vos, G.Rouwendal en D.G.Logman. In maart 1926 stelde de heer M.G.van Heel een klein-kaliber geweer ter beschikking, de heer Van Heel die ook overigens de vereniging een warm hart toedroeg, werd tot erevoorzitter benoemd. Er werd flink geoefend, maar liefst 15120 patronen werden in dat jaar verschoten. De hoogste serie werd geschoten door G.J.Poortman, 98 van de 100 punten. De competitie werd gewonnen door A.Poortman. Er werd elke woensdagavond geoefend op de schietbaan op de Biesterij, waarover elders meer. Ook werd nog geschoten op de Haspel. Wat de reden was dat op beide banen werd geschoten is niet bekend, de baan op de Biesterij was particulier bezit, die op de Haspel was gemeente eigendom, mogelijk wilde men ook daar nog een claim op houden. Op de ledenvergadering van 4 febr. 1927 waren alle leden aanwezig met uitzondering van J.h. ter Horst, die door familie omstandigheden absent was. Het opvallendste besluit was de verlaging van de contributie van 15 naar 10 ct. per week. Dat was natuurlijk geen goed teken, de dertiger jaren waren in aantocht, de lucht boven Europa begon te betrekken.

Op deze foto uit de dertiger jaren zien we op de achtergrond een van de poorten van de 100/150-meter
schietbaan op de Biesterij. De personen zijn v.l.n.r. J.H. Meenks, H. van Eerden, M. Jansen, G. Rozendom,
G.J. Poortman die een toespraakje houdt,H. Gerritsen, H.F. Roelofs, D.J. Logman, en M.G. van Heel.

G.J. Poortman is geboren op 14 november 1891, alleen hem heb ik gekend als lid van Tubantia geboren voor de oprichting. Hij was respectievelijk lid, bestuurslid, voorzitter en erevoorzitter van onze vereniging. Hij was een groot liefhebber van de jacht, mede-oprichter van de voetbalvereniging RV, mede-oprichter van de gymnastiekvereniging DOS, enz. Na zijn pensionering bij Ter Horst legde hij zich toe op tekenen en schilderen. Op zijn 88-ste exposeerde hij samen met zijn kleinzoon voor het laatst in de hal van het stadhuis. Hij overleed op 94 jarige leeftijd op 10 juni 1986 na de laatste jaren verzorgd te zijn op het bejaardencentrum de Wellehof van de "Grietje en Jan ter Horst Stichting". In de loop van 1927 steeg het ledental naar 31. Series boven de 90 waren meer regel dan uitzondering. Op zaterdag 1 oktober werden wedstrijden georganiseerd op de baan op de Biesterij. De fa. Olthof uit Raalte maakte op verzoek de volgende offerte: huur FN kleinkaliber geweren ƒ 2,50 per dag, schijven 40 ct. per 100, Winchester patronen .22 ƒ 1,25 per 100. De inleggelden bedroegen ƒ 0,75 tot ƒ 1,50 per schutter. De prijzen werden uitgereikt door erevoorzitter Van Heel. J.H. ter Horst was de beste Rijssense schutte.
 
In 1931 was het ledental inmiddels tot 41 gestegen, en erevoorzitter Van Heel werd voorzitter van de Schietbond Neerlands Oosthoek. De belangstelling was goed maar de crisis speelde onze vereniging wel parten.
 
De Koninklijke Vereniging van Nederlandse Scherpschutters bestond in 1930 veertig jaar, daar was nog al wat aandacht aan besteed. Tubantia viel die eer in 1932 te beurt, de volgende personen waren op 1 januari van dat jubileumjaar lid:

M.G. van Heel, J.H. ter Horst, D.J. Logman, G. Rouwendal, G.H. Wessels,
A. ten Hove,
M. ten Hove G. Harmsen, J.A. Wilmink, H. Nijland, D. Nijland,
M. Nijland, G.J. Poortman, Johs. Poortman. A. Poortman  J. Poortman,J
. Th. Gijsbers, S. de Lange, A.H.C. Snel, H. Gerritsen, J. Roosink, G. Bakker,
B.v.d. Noort, G. Rozendom, G.H. Mensink, H. Vosman,  Jac. Hoevenberg,
D. Harbers, F.J. Harbers, D. Vos, J. Nijzink,G. Schmitz, J. Schouten,  C. Lugtigheid,
E.H. Bodde, H.F. Roelofs, J. Muller, P.J. Paulen, R.H. Brouwer, G. Borghuis, H.v. Eerden

 

      De schietpoorten van de oude schietbaan hebben cultuurhistorische
waarde vanwege hun hoge mate van zeldzaamheid.
De schietbaan staat sinds 1997 in de lijst van gemeentelijke monumenten.

    

Van de in 1920 op de Biesterij aangelegde schietbaan is nog één poort vrijwel
onbeschadigd gebleven. Het is te hopen dat tegenwoordige en toekomstige
eigenaren dat zo willen houden.

     

Verscholen in het groen staat deze oude poort als monument van sportcultuur
nog overeind. Op de rechter foto de kelder voor de “kaartwisselaars”

    

Een van de poorten op de Biesterij, zoals die door de bezetter in 1945 is achtergelaten,
totaal kapotgeschoten door geüniformeerde vandalen, uitgerust met zware wapens.


De schietbaan(is)weg

Eind 1932 was het ledental reeds gestegen tot 45. Er werd in dat jaar aan diverse wedstrijden deelgenomen en het nodige eremetaal in de wacht gesleept.
Op 3, 4, 11, 18, 24 en 25 sept. organiseerde Tubantia de grote gewestelijke SNO najaarswedstrijd.
De opening werd op 3 sept. verricht in de stromende regen. De eerste verblijfsruimte werd pas in 1935 gebouwd!.
 
Bij de opening waren o.a. de heren Labryn en Knottenbelt aanwezig. De regen was echter geen slecht voorteken want de opkomst was zo groot dat er nog twee dagen verlenging nodig waren. Tubantia hield er een prachtig kleinkaliber geweer aan over maar daarvoor was dan ook zeer veel werk verzet, o.a. door de toenmalige baanbeheerder G.Bakker.
In 1933 werden nog eens twee geweren gekocht, ook werd besloten om naast het lidmaatschap van de SNO, dat van de KVvNS aan te vragen. Het laatste was een aantal jaren daarvoor opgezegd in een periode dat het minder goed ging met Tubantia, De crisis drukte echter door en mede als gevolg daarvan daalde het ledental in 1933 van 45 naar 39. Naar omstandigheden liepen de zaken echter zeer goed. Op 20 maart 1934 overleed Koningin-Moeder Emma en op 3 juli van dat jaar prins Hendrik. Nederland in mineur, rouw en crisis met donkere wolken boven Europa. Maar het leven ging ook toen verder en de schietsport ook. De Bijzonder Vrijwillige Burgerwachten in Overijssel verschoten hun jaarlijkse wedstrijd op de baan in Rijssen. Met de organisatie verdiende Tubantia ƒ 33,50. Als we bedenken dat een .22 patroon toen 0,8ct. kostte dan was dat omgerekend naar nu een bedrag van ongeveer ƒ 500,–, een leuk bedrag voor een verenigingskas.
Zoals gezegd werd het eerste gebouwtje op de Biesterij gebouwd in 1935. In1935 en 1936 werden zeer veel activiteiten ontplooid, en eind 1936 was het ledental warempel weer gegroeid tot 42. De eerste drinkwaterpomp werd door eigen leden gepulst, dat was een goede zaak omdat het meeslepen van drinkwater, vooral bij zomertemperaturen, geen aangename toestand was. In 1936 haalde Tubantia op de wedstrijden van de SNO, verschoten op de Biesterij, maar liefst drie eerste prijzen, één op geweer M95 en twee op kleinkaliber geweer!.
 


Ook vroeger werd al in drie verschillende houdingen geschoten, staand, liggend en knielend. Op deze wat
onscherpe foto sportschutter G.Bakker (zie pag. 39) omstreeks 1948 in knielende houding op de Biesterij.

Uit de Scherpschutter, maandblad van de KVvNS, van juli 1936:

Zaterdag 27 juli j.l. werden onder groote belangstelling de Nationale Wedstrijden te Rijssen geopend. Van het KVvNS-bestuur waren de heeren Dr. B. Brand, A. Verburgt, J. Eggens en M.G. van Heel aanwezig, terwijl de SNO vertegenwoordigd was door de heeren M.G. van Heel (hij had inmiddels zitting in beide besturen!), J. Okker, G.G. Schoonman en J. Jansen. Nadat de voorzitter van Tubantia allen hartelijk welkom had geheeten, werd achtereenvolgens het woord gevoerd door Rijssens burgemeester, den heer Knottenbelt, onzen voorzitter Dr. B. Brand, den heer Okker en den heer M.G. van Heel. Het gesproken woord getuigde van een goede schuttersgeest en van goede samenwerking, waardoor deze wedstrijden aan beteekenis hebben gewonnen. Nadat de eerewijn was rondgediend, werd het eerste schot gelost door den burgemeester van Rijssen, den heer Knottenbelt, waarna wij gelegenheid hadden de banen en de inrichtingen eens wat nader te bezien. En wanneer wij dan onze meening onomwonden mogen zeggen, kunnen wij niet anders dan getuigen, dat de vereeniging Tubantia voor een prima ontvangst der schutters heeft gezorgd. Het zijn niet alleen de uitstekend ingerichte banen voor groot geweer, Mauser en buks, die de schutter hier zal vinden, doch de accommodatie in het algemeen ziet er zoo welverzorgd uit, dat de uitschrijvende vereeniging hiermede de hoogste eer in legt. Wij kunnen onze schutters dan ook een bezoek aan het aardige stedeke Rijssen in elk opzicht aanbevelen.

Met dit lovende stukje sluiten we de vooroorlogse periode af, aangezien de resterende paar jaar tot het uitbreken van de oorlog, de schietsport steeds meer in de schaduw kwam te verkeren van de toenmalige ontwikkeling van de toestand in de wereld.
 


Op deze foto de 50-meter schietbaan op de Biesterij. Links het manschappenverblijf met aan de achterkant de overdekte schietpunten, vervolgens de houten schermen met metselwerk aan de achterkant om afzwaaiers op te vangen. Uiterst rechts op de foto de zandheuvel die diende als kogelvanger. Dit is wat in vaktermen een schermenbaan wordt genoemd.

DE OUDE SCHIETBANEN
Een knetterende ruzie veroorzaakte in 1784 de aanschaf van snaphaangeweren voor de schutterij. In1870 ging het heel wat rustiger toe. In de raad van Rijssen werd op 30 juli, als zijnde punt een van de agenda gesproken over de uitrusting van de schutterij. Burgemeester Hendrik Jan van Opstall vond dat de manschappen beter gekleed, bewapend en geoefend behoorden te worden. Hij verzocht de raad de daarvoor benodigde middelen beschikbaar te stellen. Stel je voor! de raad ging zonder hoofdelijke stemming akkoord!. Dat was wel even iets anders dan 86 jaar daarvoor.Of dit ook betrekking had op het aanleggen van een schietbaan is niet zeker, zeer waarschijnlijk is het echter wel, want een paar maand later worden voor het eerst schietoefeningen aangekondigd op de Haspel.
We weten inmiddels waar dat geweest is. Waar vóór 1870 werd geschoten weten we niet maar met de in 1784 aangeschafte snaphaangeweren zal zeker geoefend zijn, misschien in het open veld, wie zal het zeggen?. Jaarlijks werden de schietoefeningen op de Haspel opnieuw aangekondigd, elk voorjaar zowel in Rijssen als in Markelo, tijdens de oefeningen plaatste men een rode vlag op de 34 meter boven NAP liggende top van de Rijsserberg. Door de bebossing zou dat nu niet meer opvallen maar we moeten bedenken dat toen de omgeving van Rijssen, en overigens daar niet alleen, een grote kale vlakte was. Heuvelachtig en kaal met vrij veel schaapskudden die zorgden dat dat zo bleef. Alleen rond de Oosterhof was sprake van wat bebossing en op de esgronden van golvende korenvelden. Verder lagen om Rijssen nog uitgestrekte, vrijwel onbegaanbare,veengebieden.


Hier een kijkje op de overdekte schietpunten van de 50-meterbaan op de Biesterij.
Hier konden drie schutters tegelijk een plaats vinden om hun sport te beoefenen.

In een brief aan "Den Heer Lt. Kolonel Commandant 2e Bat. 8e Reg. Infanterie te Deventer",
beschreef burgemeester H.J.van Opstall op 8 juni 1900 de schietbaan op de Haspel als volgt:

De omstreeks 1870 alhier op veldgronden der gemeente opgerichte eenvoudige schietbaan,lang ongeveer 200 meter , (uit andere brieven weten we dat verlenging tot 500 meter mogelijk was) aan het einde waarvan de kogelvanger is geplaatst tegen een heuvelrug (kopje) alles samengesteld van aardewerk en sedert in kosteloos gebruik afgestaan ten behoeve van de schutterij, de brigade marechausees en de schietvereniging Tubantia, terwijl overigens niets bekend is omtrent andere vereeniging en of corporatiën, die van de baan wenschen gebruik te maken.
 
Deze baan werd door de schutterij gebruikt tot haar opheffing. De kapitein commandant der dd. schutterij, H. Aalders, schreef op 21 juni 1886 aan de burgemeester, dat de kogelvanger en de observatiepost noodzakelijk hersteld moesten worden. De bovengrondse observatiepost moest enkele meters verwijderd worden omdat met de moderne geweren deze niet veilig genoeg meer was. Met moderne geweren werd kennelijk het 11 mm.Beaumontgeweer bedóeld.
Bij schrijven van 7 april 1893, verzocht het bestuur van de in het voorgaande jaar opgerichte scherpschutters-vereniging Tubantia aan de burgemeester of gebruik mocht worden gemaakt van de baan op de Haspel. De schieturen waren als volgt: Elke zaterdag in april en september van 5 tot 7 uur en mei t/m augustus van 6 tot 8 uur n.m.
De toestemming kwam bij schrijven van 12 april van dat jaar, onder de volgende voorwaarden:

  1. dat de oefeningen plaats moesten vinden op tijden als in het verzoek vermeld
  2. dat een rode vlag op de hoogte moest worden geplaatst tijdens het schieten
  3. dat alle beschadigingen moesten worden hersteld of vergoed
  4. dat de schijf na gebruik, in overleg met de commandant van de dd. schutterij moest worden hersteld
  5. dat de nodige voorzorgen tegen ongelukken moesten worden genomen
  6. dat de munitie kon worden geborgen bij die der schutterij
  7. dat jaarlijks bij de aanvang van de oefeningen in het voorjaar de burgemeester daarvan in kennis moest worden gesteld
     



Schutters wachtend op hun beurt, in de kelder van het Parkgebouw. Op deze foto uit het begin van de
zestiger jaren zien we v.l.n.r. T.Arends, D.J.Poortman, M.Mensink, B.J.Koedijk, A.Bloemendal en H.Wessels.

Op 14 april werd de gemeenteraad door B en W in kennis gesteld van de verleende toestemming. Men had trouwens weinig in te brengen want een gemeenteraad die niet pro schietvereniging was kreeg in die tijd het deksel op de neus. In het vakblad "De Gemeentestem" van 9 april 1894 lezen we het volgende:
De schietbaanquaestie tusschen ged. Staten van Friesland en den gem. raad van Bolsward is eindelijk opgelost. Gedeputeerde Staten hebben het bedrag voor eene schietbaan op de begroting voor 1894 gebracht en den Raad uitgenodigd tot dekking van dit bedrag de middelen aan te wijzen en de inkomsten te verhoogen. Werd dit niet gedaan, dan zouden Ged.Staten van het recht gebruik maken, hun bij art.212 gem. wet toegekend, en daarvoor zelf de middelen aanwijzen. Een niet mis te verstane maatregel!
 
Na 1904 werd de baan op de Haspel alleen nog gebruikt door Tubantia en wel op donderdagavond. Jammer, want voor onderhoud werd door geen enkele overheid nog geld beschikbaar gesteld. Voor Tubantia alleen was het onderhoud te kostbaar. De baan raakte langzaam maar zeker in verval. Na het aanleggen van de baan op de Biesterij in 1920, door J.H. ter Horst, werd het gebruik steeds minder. Wanneer de laatste schietoefeningen op de Haspel zijn gehouden is niet met zekerheid te zeggen, zeker is wel dat er in 1934 nog geschoten is, maar waarschijnlijk uitsluitend op 50 meter.
 
Voor de wintercompetitie kon Tubantia, na het gereedkomen van het Parkgebouw in 1918, in de kelder van dat gebouw terecht. Daarvóór werd alleen in de zomermaanden geoefend. Het Parkgebouw was door de fa. Ter Horst gebouwd als wat we nu een multifunctioneel gebouw zouden noemen, met name tot ontspanning van de arbeiders.


Een opname uit de tweede helft van de zestiger jaren in de zaal van het Parkgebouw. Staand v.l.n.r.:
Bloemendal, A.D. Nijkamp, E.j. v.d. Belt, B.J. Koedijk, G.J. Dangremond, D. Nijkamp, L. Bearzatto,
H. Eshuis, F. ten Hove, R. Brouwer, J.Willems en J. Beunk. Zittend v.l.n.r.: J. Poortman, D. Geerling,
G. Geerling, H.H. Hesselman, G. Dannenberg, D. Vos, K. Pijpers, M.A. Kienhuis.

In mei 1920 schreef de burgemeester aan de landweercommandant dat in Rijssen een, schietbaan in aanleg was, doch dat die niet voor oktober gereed zou zijn. Bedoeld werd de door J.H.ter Horst aan te leggen schietbaan op zijn grond in de Biesterij.
 
Vergunning ingevolge de Hinderwet werd aangevraagd voor een schietbaan welke gebruikt kon worden op 100 en op 150 m. De gevraagde vergunning werd op 19 juli 1921 verleend, onder voorwaarde van het plaatsen van de bekende rode vlaggen tijdens het schieten.
Deze particuliere schietbaan werd gebruikt door de eigenaar, de Burgerwacht en door Tubantia. Onze vereniging heeft zelfs tot 1983 van deze baan gebruik mogen maken, en wel kosteloos!.
 
Op verzoek van de minister van Oorlog werd de baan in 1922 als volgt omschreven:
perceel kadastraal bekend gem. Rijssen, sectie C, nr.1226, plaatselijk bekend Biesterij;
een schietbaan te weten een poortbaan met drie poorten, lengte standplaats schutter tot kogelvanger 170 meter, afstand standplaats schutter tot eerste poort 16 meter, afstand eerste tot tweede poort 50 meter, afstand tweede tot derde poort 34 meter en van de derde poort tot de schijf 50 meter;
ondergrondse waarnemingspost, de schijf beweegt zich dubbel op en neer, zodat de waarnemer tijdens het schieten steeds ondergronds blijft;

  • de baan is geschikt voor alle patronen
  • er worden geen subsidies genoten
  • op het terrein bevinden zich geen opstallen
     


Prijst uitreiking in de A-klasse, wintercompetitie 1968-69, in het Parkgebouw.
De prijzen worden uitgereikt door de huidige erevoorzitter G.J.Roeterdink,
toen voorzitter van Tubantia. Op de foto v.l.n.r.:
M.A. Kienhuis 3e prijs, H. Koedijk 2e prijs,G. Dannenberg 1e prijs.

Deze baan was ingericht om op 100 en op 150 meter te kunnen gebruiken. Het 100-meter gedeelte is in de dertiger jaren ingericht voor drie schietpunten. Naast de bovenomschreven baan is omstreeks 1935 een 50-meter baan aangelegd met twee schietpunten, omstreeks 1970 gewijzigd in drie. Ook is er nog een poosje een 12-meter baantje in gebruik geweest.
 
In de dertiger jaren is er in de stukken vaak sprake van de Mauserbaan. We weten nu zo goed als zeker dat daarmee het restant van de schutterijbaan op de Haspel werd bedoeld. Met restant bedoelen we dan de kogelvanger en de vijftig meter daarvoor. Met de kleinkaliber Mauser werd namelijk op 50 meter geschoten. De weinige stukken die over het bovenstaande handelen en bij het bombardement op het kantoor van Ter Horst, in 1944, niet verloren zijn gegaan, geven, ook in combinatie met gesprekken met ouderen, geen volledig beeld wat betreft de verschillende data. Zeker is dat in de ledenvergadering van 21 maart 1934 is gesproken over de overheveling van de activiteiten van de Mauserbaan naar de baan op de Biesterij. Ook verrezen kort daarop zoals gezegd de eerste opstallen op de Biesterij en werden op zaterdag 27 juli 1936 de nationale wedstrijden op de Biesterij gehouden. Alles overziende ontstaat een vrij redelijk beeld van de ontwikkelingen in die jaren.
 
In de winter van 1936 / 1937 werd voor de wintercompetitie verhuist van het Parkgebouw naar de bedrijfsschool van Ter Horst, waarvan tot 1940 gebruik is gemaakt. Uit dit gebouw zijn in mei 1940 de vijf Mausergeweren van de vereniging door de politie weggehaald, waarmee voorlopig een eind was gekomen aan alle activiteiten.
 


De jaarlijks door Tubantia georganiseerde schietwedstrijden voor de leden van de Gehandicaptensportvereniging Rijssen heeft altijd veel voldoening gegeven, zeker ook voor de helpende leden van Tubantia. Hier een opname uit de beginjaren 80, een  zonnige zaterdag op de Biesterij.

Na de oorlog werden de wintercompetities weer gehouden in het Parkgebouw. Dat bleef zo tot op 19 oktober 1973 door, toen nog erelid, G.J. Poortman de nieuwe 12-meterbaan in de kelder van café-restaurant Spekhorst werd geopend door een welgemikt schot. Deze baan had vijf schietpunten en was ten opzichte van de huisvesting in het Parkgebouw een grote verbetering. Voor de wintercompetities zijn we bij Spekhorst gebleven tot het gereedkomen van onze eigen baan in 1983.
Volledigheidshalve moet ik hier nog vermelden dat ook nog een korte periode gebruik is gemaakt van een lokaal van café De Bakker, voor het verschieten van de wintercompetitie, waarschijnlijk enkele winters in het begin van de vijftiger jaren.
 
Na de oorlog nam langzaam maar zeker ook het schieten op de Biesterij weer een aanvang. De banen waren door de bezetter zwaar beschadigd maar een aantal oudgedienden zetten er de schouders onder, figuurlijk dan wel te verstaan. Voorzitter G.J. Poortman vroeg vergunning aan tot het herstel van de banen. Op 9 juni 1948 werd de toen nog vereiste rijksgoedkeuring verkregen onder nr. 1156. Burgemeester en wethouders van Rijssen verleenden vergunning op 2 juli van dat jaar. Met de toen beschikbare geringe middelen werden de 50-meterbanen weer zo goed mogelijk opgeknapt, de 100/150-meterbaan is nooit hersteld. Wel is het 100-meter gedeelte nog tot in de zestiger jaren gebruikt voor het schieten met militair geweer. Dat de bezetters de meeste schietbanen hadden vernield mag o.a. ook blijken uit het feit dat diverse politiekorpsen uit de omgeving naar de banen op de Biesterij kwamen om hun schietvaardigheid op peil te houden.
Tot het midden van de zestiger jaren bleef die situatie voortduren, toen kwam er langzaam maar zeker behoefte aan een verbeterde accommodatie. De tijd dat een particulier de kosten even met een royaal gebaar uit eigen knip betaalde was echter voorgoed VERLEDEN-tijd. Tubantia mocht al dankbaar zijn voor het gratis gebruik van het terrein, en de waardering daarvoor mag ook hier nog wel eens een keer worden uitgesproken.


In goede harmonie, wederzijds begrip van elkaars kennen en kunnen zijn vele bouw problemen opgelost.
Op de foto overleg maatvoering tussen links G.D. Velten en rechts H. Eshuis.

Tubantia, en dan met name het bestuur, wil dan in het voorjaar van 1968 toch nog tot verbetering van de verblijfsruimte op de Biesterij overgaan. De heren G.J. Roeterdink, D.J. Poortman, G.J. Dangremond, M.A. Kienhuis en B.J. Koedijk, mogen hier wel even worden genoemd als doorzetters in een periode dat er geïnvesteerd moest worden op andermans eigendom, zonder dat er van een alternatief sprake was. Dat zijn momenten dat het minder leuk is om in een bestuur te zitten, als het goed gaat ben je de bink maar als het fout loopt heb je onverantwoord geïnvesteerd. Maar het ging goed, heel goed zelfs. Na veel administratieve rompslomp voor bouw- en hinderwet vergunningen en na veel moeizaam geploeter en gezwoeg, kon op 28 augustus 1971 de opening plaats vinden. De opgeknapte 50-meter banen en een gedeeltelijk vernieuwd en uitgebreid manschappenverblijf werd open geschoten door G.J. Poortman. Daarmee was de laatste verbetering en aanpassing van de schietbaan op de Biesterij een feit, twaalf jaar later zou ook deze baan voorgoed gesloten worden.
 
 
Tubantia krijgt een nieuwe schietbaan

Hieronder de aankondiging van de opening in het dagblad Tubantia van zaterdag 21 augustus 1971. Over de oprichtingsdatum die toen nog niet bekend, elders meer.
 
RIJSSEN – De Rijssense schietvereniging Tubantia wacht een belangrijke mijlpaal in haar officieus meer dan 70 jaar oude bestaan, Zaterdag28 augustus vindt 's morgens de officiële opening plaats van de nieuwe 50 meter baan.
Dit zal gebeuren door het erelid G.J. Poortman hiervoor zijn o.m. uit. genodigd de burgemeester van Rijssen, Culturele Raad en helpers en uiteraard eigen leden, De baan is met behulp van eigen krachten geheel verbeterd, Er is een manschappenverblijf gebouwd, terwijl daarnaast verbeteringen zijn aangebracht om de veiligheid van de baan zo solide mogelijk te maken Gaarne zag het bestuur dat ook de 100 m. baan werd opgeknapt. Hiervoor heelt men in 1970 red. een beroep op het gemeentebestuur gedaan. Er is echter nog nooit antwoord op verkregen. Dezer dagen is bericht ontvangen dat de koninklijke goedkeuring tot 1996 is verlengd. Blijkens deze koninklijke goedkeuring werd deze in 1925 het eerst aangevraagd. Officieel bestaat de vereniging dus in 1975 50 jaar. Insiders zijn echter overtuigd dat de vereniging reeds voor 1900 bestond. Zekerheid heeft men echter niet daar de annalen ontbreken. Het huidige bestuur ziet er als volgt uit: G. J. Roeterdink, voorzitter; G. J. Dangremond, secretaris; M. A. Kienhuis, D, Nijkamp en B. J. Koedijk, commissarissen.


Tijdens de bouw van de schietbaan is het weer een erg gunstige factor geweest,
soms was het  zelfs wel heel warm op het witte zand in de bouwput.

TUBANTIA 1945/1977
We hebben gezien dat na de oorlog het schieten langzaam weer op gang kwam. In 1953 waren er al weer 31 leden, te weten:

H. Jordaan, G. Bakker, G. Rouwendal, G.J. Poortman,voorz., G. Rozendom, M. Nijland, penningm.,
H. Koedijk, W.G. Spekhorst, H.A. Baan, H. Wessels, J.W.A. Dollekamp, R.H. Brouwer, A.J. Haarman,
G.W. ter Horst, J. ter Horst, H. v.d. Noort , D,J. Poortman,secr., M. Mensink, J. Bronsvoort, M. Jansen,
G.H. OIthof, H. Nijkamp,  H. Zandvoort, H. Wessels,  ?. Vlaardingerbroek, G. ter Maat, J. Poortman,
M. Arends, K. Tharner, G. van Dam, H.J. Wilmink

 
 

De eerste steen gelegd voor de nieuwe baan op 3 juni 1982,
de dag dat Tubantia 90 jaar bestond.


v.l.n.r. G.J. Dangremond, J. Bouw-huis, G.J. Poortman, F. ten Hove,
M.A. Kienhuis, knielend links W. Hakkert en rechts D. Ligtenberg.


De vijftiger jaren verlopen rustig voor Tubantia, zowel ledental als financiële middelen blijven beperkt.
Begin zestiger jaren komt er een impuls van overheidswege, er worden weer militaire geweren, Lee-Enfields, en patronen verstrekt met als tegenprestatie ƒ 10,– borgsom per geweer, dat ging er in als koek natuurlijk. Met deze geweren werd geschoten op de overigens steeds verder in verval rakende 100-meter baan. Met kleinkaliber geweren werd in die tijd geschoten op woensdagavond op 50 meter en met mil. geweer zaterdag middagen op 100 meter.
In 1966 zag het bestuur er als volg uit: G.J. Roeterdink (voorzitter), D.J. Poortman (secretaris), G.J. Dangremond (penningm.), J.H. Bronsvoort en W. Wessels (leden). Het ledental groeide, maar de accommodaties lieten te wensen over, te klein en achterstallig in onderhoud. Het saldo op de bank liet echter geen grote sprongen toe. Uit het laatst van de zestiger jaren willen we de jaarlijks gehouden schietbazaars nog memoreren, die werden gehouden ten bate van de kas maar waren daarom niet minder gezellig. Met bijna 70 leden ging Tubantia de zeventiger jaren in!.
Zaterdag 28 augustus 1971 werd de verbeterde en uitgebreide 50-meter baan, onder grote belangstelling, door erelid G.J. Poortman heropend. Kort daarop bedankte onze vereniging, als gevolg van te hoge afdracht, als lid van de KNSA.
Vanaf november 1972 kan ik dit verhaal ook uit eigen ervaring vertellen, na zeven jaar de schietsport beoefend te hebben bij Willem Teil te Nijverdal, werd ik als gevolg van verhuizing, lid van Tubantia. Wat u hiervoor gelezen hebt, heb ik allemaal van horen zeggen en uit de archieven.


Op 9 juli 1982 werden met een enorme kraan de voorgespannen en betonnen vloeren op de schietkelder gelegd. De tonnen zware vloerdelen van 1,2m. x 10,5m. werden per vrachtwagen aangevoerd en direct van de auto op het muurwerk gelegd, zonder dat machinist, chauffeur en bouwvakkers elkaar konden zien, alle commando’s gingen per portofoon en het werktevoortreffelijk, zodat ’s avonds het karwei geklaard was.

In de zeventiger jaren werd het gebrek aan voldoende accommodatie steeds nijpender, met name de binnenbaan in de kelder van het Parkgebouw was veel te klein. Het betrekken van de kelder onder café Spekhorst in 1973 was dan ook een ware uitkomst.
In het voorjaar van 1974 vond ik na lang speurwerk in het archief van de stad Rijssen, de oprichtingsdatum van Tubantia, 3 juni 1892. In de algemene ledenvergadering op 8 april werd dit aan de leden bekend gemaakt en konden we ons met z’n allen een stuk ouder voelen dan een paar minuten daarvoor. Voor het vieren van het 75-jarig bestaan waren we te laat, dan maar 85 vieren, gevierd moest er worden en aldus werd besloten.


Hier een tafereeltje voor de bouwkeet V.l.n.r.: J. Bouwhuis (half zichtbaar), W. Hakkert,
Olav Roeterdink, F. Ten Hove, G. Dannenberg (staand in de keet), Rob Dangremond,
Harry Freriksen, G.J. Dangremond (half zichtbaar) en M.A. Kienhuis

De tijd ging verder en Tubantia ook, het was 1975 en het ledental was gestegen tot 83. Er werd steeds meer geoefend en de in 1971 heropende buitenbaan op de Biesterij, zowel het onderkomen als het aantal banen, werd eigenlijk al weer te klein.

In de ledenvergadering op 25 mei 1976 werd erelid G.J. Poortman met algemene stemmen tot erevoorzitter benoemd, Ook werd in die vergadering besloten om na vier jaar zwevende te zijn geweest, weer aansluiting te zoeken bij de KNSA. Dat was een goede zaak want alleen met een landelijke overkoepelende organisatie die goed wordt bestuurd, is er garantie voor het voortbestaan van onze sport op niveau.


Hier een kijkje op de acht ondergrondse banen in aanbouw. De lengte is zestig meter waarvan
vijftig meter effectief. De afstand tot de drie schijven op de achtergrond is ongeveer 55 meter.


in de zeventiger jaren zijn een viertal tradities ontstaan die we niet onvermeld willen laten. Ten eerste de wedstrijden door Tubantia, voor de Gehandicapten Sportvereniging georganiseerd. Daar is door de jaren heen ontzettend veel plezier aan beleefd, niet alleen door de deelnemers, maar ook door organisatoren en helpers. Ten tweede de schietmiddag voor de kinderen van de leden. Ten derde de wedstrijden tegen de groep Rijssen van het Korps Rijkspolitie en de reservisten van dat korps. Ten vierde de uitwisselingen met schietverenigingen en jagersverenigingen buiten de formele wedstrijden om.
Het schieten met vuistvuurwapens is bij Tubantia in de tweede helft van de zeventiger jaren op gang gekomen. Tegenwoordig maakt deze discipline een belangrijk deel van onze vereniging uit, evenals de luchtschutters.
 
Op de algemene ledenvergadering van 28 maart 1977, kwam het onderstaande bestuur tot stand:
 
  Naam                             Functie                    Datum benoeming:
  J. Bouwhuis                   voorzitter                  15 april 1975
  G.J. Dangremond          secretaris                   1 mei 1962
  M.A. Kienhuis                penningmeester       12 mei 1971
  W. Hakkert                     vice-voorzitter          28 maart 1977
  G.J. Roeterdink              lid                             19 september 1966
  F. Ten Hove                   lid                               8 april 1974
  D. Ligtenberg                 lid                             25 mei 1976


Gerrit van Essen, depothouder van de KNSA en lid van Tubantia, komt even een kijkje
nemen op de bouw v.l.n.r.: M.A. Kienhuis, J. Rouwhuis en Gerrit van Essen.

Het was medio 1977 toen binnen het bestuur de gedachten over een nieuwe eigen accommodatie vastere vormen begonnen aan te nemen, maar eerst nog even een terugblik op het 85-jarig jubileum, alvorens we het zullen hebben over de nieuwe baan.
 
In het dagblad Tubantia van 27 mei 1977 stond met vette letters:

Schietvereniging Tubantia viert het eerste jubileum in 85 jaar

Zoals u hebt gelezen wisten we die datum al vanaf 1974 maar de kop was goed gekozen.
Het werd een prachtig jubileum, niet in de laatste plaats omdat we nu met recht konden zeggen de oudste vereniging van Rijssen te zijn. In café Kamphuis aan de Veemarkt (nu de Blauwe Reiger), werd op twee juni een receptie gegeven. De Rijssense muziekvereniging Wilhelmina kwam ons een serenade brengen en veel besturen en belangstellenden kwamen handen schudden. Onder het genot van een drankje en het gebruikelijke hapje werd het een onvergetelijke receptie.
Op 3 juni werd in café Spekhorst een daverende feestavond gehouden voor de leden met hun aanhang en tenslotte werden er enkele dagen later op de Biesterij jubileumwedstrijden georganiseerd.


In het schoonmetselwerk op de baan werden door de leerling metselaars van de

Stichting Vakopleiding Bouwbedrijf, allerlei schietsportfiguren gemetseld.


DE NIEUWE 50-METER SCHIETBAAN
 
Zoals gezegd waren de zomer- en de winteraccommodatie in het midden van de jaren zeventig eigenlijk al weer te klein voor het toenemende gebruik.
Aangezien de eigenaren van het terrein op de Biesterij dit niet wensten te verkopen, en ook anderszins geen garanties voor langdurig voortgezet gebruik wilden geven, was een grote investering op dat terrein niet verantwoord. In een brief d.d. 12 oktober 1977 werden de problemen aan het college van B&W voorgelegd met de suggestie een schietbaan (alleen binnenbaan) te bouwen op het industrieterrein. Er werd zeer veel vergaderd maar we zullen u dat verder besparen. Ook de verdere sportactiviteiten, die normaal door moesten gaan, zullen we verder in dit verband laten rusten. Wel wil ik de rol van de toenmalige erevoorzitter, wijlen G.J. Poortman, nog even memoreren. Zijn op hoge leeftijd nog verbazend heldere inzichten en onvoorstelbaar goede geheugen, vormden een ware bijdrage aan diverse vergaderingen.
Op 2 maart 1979 werd de vereniging aangemeld bij de Kamer van Koophandel te Hengelo, teneinde aan de toen ingevoerde verplichting van inschrijving in het verenigingsregister te voldoen. Het was een voorlopige inschrijving omdat het bestuur nog nieuwe statuten met bijlagen moest ontwerpen.
Daar heb ik de nodige uren op zitten zwoegen, net als op dit verhaal!.
In de buitengewone ledenvergadering van 6 juni 1979 werden die statuten met het huishoudelijk reglement, het reglement van orde en het veiligheidsreglement, goedgekeurd. Het bestuur werd gemachtigd een en ander in een notariële akte te laten vastleggen. Ten overstaande van notaris Frederik van Schooten werd aan dat besluit op 18 juni 1979 voldaan.



Op 8 september 1983 wordt de nieuwe schietbaan door Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard geopend. Het dagelijks bestuur wordt vooraf in de hal van het stadhuis aan de Prins voorgesteld, v.l.n.r.: de Commissaris van de Koningin in Overijssel mr. Niers, de gem. secretaris de heer Elbertsen, prins Bernhard, burgemeester Smit (op de rug gezien), voorzitter Bouwhuis, secretaris Dangremond en penningmeester Kienhuis.


Na diverse informele onderhandelingen ging op 20 februari 1980 weer een brief naar B&W, als aanvulling op de brief van 12 oktober 1977. Alles werd in die brief door Tubantia nog weer eens op een rijtje gezet. In overleg met het college was inmiddels van een locatie op het industrie terrein afgestapt en was de keuze gevallen op een terrein naast de sporthal ’de Reggehal' aan de Nieuwlandsweg. In de algemene ledenvergadering van 27 februari 1980, werden de leden voor zover mogelijk geïnformeerd.
Het bestuur had bij diverse verenigingen met bouwervaring haar licht opgestoken, ook waren een aantal banen bezichtigd. In mei 1980 werden Gedeputeerde Staten van Overijssel benaderd om een bijdrage in de bouwkosten. Van de KNSA werd een verklaring ontvangen dat een te bouwen baan in een regionale behoefte zou voorzien. Een voorlopig plan was inmiddels ontworpen door de Rijssens architect Jan ter Haar.
En weer ging er een brief naar B&W op 5 oktober 1981, als gevolg van het beschikbaar komen van steeds meer gegevens en het voeren van veel informele besprekingen. In steeds bredere kring raakte men begeesterd van de plannen van Tubantia. Architect ter Haar had het plan inmiddels aangepast aan allerlei eisen en voorschriften en het plan was zogezegd dan ook panklaar. Eind november waren er pré-adviezen binnen van: de brandweer, de KNSA, het min. van Defensie, div. gemeentelijke afdelingen enz. Principe goedkeuringen waren ingekomen van het dagelijks bestuur van de gemeente, van het Oversticht en van Ged. Staten van Overijssel.


Hier worden aan prins Bernhard voorgesteld:
V.r.n.l.: F. Ten Hove, D. Ligtenberg en G.J. Roeterdink


De definitieve toezegging van een provinciale subsidie kwam op 13 jan. 1982, maximaal ƒ 33.800. Dat was politiek gezien een steuntje (zeg maar gerust een grote steun) in de rug van Tubantia. Het plan werd op de algemene ledenvergadering zeer uitvoerig besproken met de leden, zowel in technisch als in financieel opzicht. De vergadering gaf het bestuur toestemming om naar bevind van zaken verder te werken.
De raadscommissie welzijn behandelde de plannen op 1 febr. 1982 en er dreigde een kink in de kabel te komen. En weer moest er vergaderd, gelobbyd en geschreven worden.
De bestuursvergaderingen hadden ondertussen een frequentie aangenomen als die waarmee een mens pleegt warme maaltijden tot zich te nemen.
 
Na eerst nog in de financiële commissie besproken te zijn, bereikten de plannen eindelijk op 29 maart 1982 de raad van Rijssen, die na een lange discussie, een aantal leden van Tubantia zaten met klamme handjes op de tribune, het licht op groen zette. In de Staatscourant van 8 april werd het voorbereidingsbesluit bekend gemaakt, dat op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening moest worden genomen, voor de realisering van het plan. Bezwaren zijn gelukkig niet ingediend. Over het recht van opstal werd besloten in de raadsvergadering van 26 april 1982. liet de leden van Tubantia was het plan nog eens grondig doorgepraat, er werd een strategie voor de bouw bepaald en de leden machtigden het bestuur tot het aangaan van alle benodigde overeenkomsten. De procedure voor allerlei vergunningen was in volle gang, bouwvergunning, rioolvergunning, hinderwetvergunning, horeca vergunning, brandpreventievergunning, enz. Ook was inmiddels een bouwcommissie ingesteld. Als op 3 mei l982 alle gegevens in de begroting verwerkt zijn, sluit die op ƒ 702.722,–. Enkele grote posten: lift ƒ 80.00,–, centrale verwarming en afzuiging ƒ 60.000,–, transporteur voor de schijven ƒ 50.000,–, elektra ƒ 35.000,–, voorgespannen vloer ƒ 40.000,–, bouwkundig werk ƒ 400.000,–, enz. Toen de raad het voorstel m.b.t. het recht van opstal op 11 mei 1982 had aangenomen, stond niets de bouw meer in de weg. Door een ambtenaar van bouw- en woningtoezicht en enkele leden van Tubantia werd het gebouw op 14 mei uitgezet. De bouw werd gestart op 24 mei 1982.


Hier worden aan Prins Bernhard voorgesteld:
V.r.n.l.: W. Hakkert en mr. E.G. Yspeert, de voorzitter van de KNSA.


Drie juni 1982, Tubantia 90 jaar! En wat is het jubileumgeschenk? Onze eveneens 90-jarige erevoorzitter G.j. Poortman legt de eerste steen voor onze schietbaan. Leuke bijkomstigheid was dat hij omstreeks die datum 75 jaar lid van Tubantia was. Tevredenheid en dankbaarheid alom, reden genoeg om er een gezellige avond aan vast te knopen, en dart is dan ook gebeurd. Op 9 juli werden de breedplaatvloeren op het metselwerk gelégd en een week later, op 17 juli, was het hoogste punt bereikt en werd de vlag gehesen door architect Jan ter Haar. Ook aan het vlaghijsen werd een gezellig uurtje gekoppeld.
 
De krant omschreef dit als volgt:

Bouw accommodatie van Tubantia vordert
 
Rijssen - Er zit schot in de bouw van de nieuwe schietaccommodatie van de Rijssense schietvereniging Tubantia. Zaterdagmiddag werd de vlag gehesen in verband met het bereiken van het hoogste punt. Na een toespraak door voorzitter J. Bouwhuis hees architect Jan ter Haar samen met de erevoorzitter, de 91-jarige G.J. Poortman, deze vlag. De heer Bouwhuis noemde het belangrijk deze mijlpaal in de bouw niet ongemerkt voorbij te laten gaan. Ondanks tegenslagen is men op het bouwschema gebleven.
 
Enige weken geleden stortte een muur in. waardoor een weekend bouwen verloren ging. De leden zijn erg behulpzaam. jammer is echter dat deze groep niet groter is. Bouwhuis dankte ook de naobers, die allerlei diensten bewijzen. De stalen constructie heeft. vrijdag haar beslag gekregen evenals de vloer.
 
In de schietkelder komen 8 banen van 12,25 en 50 meter, voorts een kluis voor de munitie. Ook een invalidenlift behoort straks tot de belangrijke voorzieningen. Het staand en liggend schieten zal straks ook mogelijk zijn. 2,75 meter is de kelder hoog en heeft een lengte van 60 meter.
Na de vakantie wil men de schiebaan, die straks ook kantine, kantoor, telkamer, douches, keuken en berging bovengronds zal krijgen zo gauw mogelijk waterdicht maken. In het najaar van 1983 hoopt het bestuur dank zij de zelfwerkzaamheid van de leden deze eerste overdekte 50 schietbaan in Overijssel officieel in gebruik te kunnen nemen.
 
Op 2 juni vond de eerste steenlegging plaats, nadat in mei met de bouw was gestart. Het bestuur is er zich wel van bewust, dat na deze vlotte bouw straks andere werkzaamheden veel meer tijd in beslag zullen nemen.
Wethouder H. Pluimers was ook bij het vlaghijsen aanwezig, terwijl wethouder J. ten Hove wegens zijn 25-jarig huwelijksjubileum verhinderd was.


Het is 8 september 1983, prachtig weer, en om 15.45 uur opent Pruis Bernhard de schietbaan door
het onthullen van een glasmozaïek in de voorgevel. De maker is schutter en kunstenaar Liano Bearzatto.
(jongens wie pakt even die lap van me aan?).


Het ging met de bouw verder voorspoedig, mede door 2e hulp van diverse personen, instanties en bedrijven, die de leden bij de bouw dapper ondersteunden. Waar ik me hier niet aan waag is het noemen van namen. Dat na de vakantieperiode 1982 een aantal leerling bouwvakkers aan de baan hebben gewerkt was een goede zaak. In een stad met zoveel bouwondernemingen mag dat worden gezien als een niet concurrentie vervalsende manier van ondersteuning van de oudste Rijssense vereniging met een zeer algemeen karakter. Op 3 januari 1983 krijgt Tubantia via het kabinet van de burgemeester de mededeling, dat Z.K.H. Prins Bernhard bereid is om op donderdag acht september a.s. de nieuwe accommodatie van Tubantia te openen.
 
 
DE FINANCIËN BIJ TUBANTIA
(door G.J.Dangremond)
 
Tijdens het uitwerken van het financieel verslag over het jaar 1991 kwam bij mij de gedachte op om een kleine bijdrage te leveren aan het jubileum boekje ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan. Onwillekeurig denk je dan terug aan de beginjaren, op 1 mei 1962 werd ik in het bestuur gekozen. In 1965 werd ik als penningmeester verkozen met in kas een negatief saldo van ƒ 381,–, dat was wel even schrikken. In de eerstvolgende bestuursvergadering werd besloten om beurtelings bij de bestuursleden thuis te vergaderen om zodoende de kosten tot een minimum te beperken. Een uitdaging was het voor mij echter wel en naast het schieten is het passen op de kleintjes van Tubantia voor mij ook een sport geworden.


Onze Koninklijke Beschermheer moest natuurlijk wel even de baan testen.


Vaak werd er in de bestuursvergaderingen gesproken over een eigen accommodatie, dat was bij een dergelijk vermogen natuurlijk meer dagdromen dan realiteit. Het is altijd bij beperkt onderhoud en geringe investeringen in en op andermans eigendommen gebleven en dan nog moesten de bestuursleden soms renteloze leningen aan de vereniging verstrekken. Door het organiseren van schietbazaars, met een schiettent staan op Koninginnedagen, bij het vogelschieten en bij de Rijlito alsmede door het houden van loterijen bij diverse gelegenheden, enz. enz. had de vereniging in 1982 een eigen vermogen van ƒ 66.000,-. Daar kwam van de gemeente Rijssen, na veel gepraat en gelobby ƒ 100.000,-- bij, we hadden echter om een renteloze lening gevraagd. Verder van de provincie ƒ 34.800,–, van het Nat.Fonds Sport Gehandicapten ƒ 25.000,–, van het Nat. Revalidatiefonds ƒ 25.000,– en van 2e Nederlandse Stichting Kinderpostzegels ƒ 10.000,–. Verder hebben een groot aantal leden renteloze leningen verstrekt, hebben leden met een eigen bedrijf tegen gereduceerde prijzen goederen en diensten geleverd en zijn er onvoorstelbaar veel uren gewerkt zonder beloning. Wel werd er, vaak gratis, door leden en dames van leden gezorgd voor de inwendige mens, ook hier gaat het echter niet aan om namen te noemen, hoe graag je dat in sommige gevallen ook zou willen. Aldus heeft onze vereniging een pracht van een accommodatie gekregen op een financieel zeer gezonde basis, en het is fijn als je daaraan vanuit je eigen vakgebied een bijdrage hebt mogen leveren. Al in 1985 kon Tubantia de jaarlijkse erfpachtsom van ƒ 1.000,– afkopen, zodat het onderhoud van onze baan nu onze enige financiële zorg is en dat is natuurlijk gemakkelijk te doen.


Honderden handen werden er die dag geschud, hier de adjudant
van de groep Rijssen van de Rijkspolitie, de heer J.J. Otten.


Op 8 september 1983 kwam Prins Bernhard per helikopter aan in Riissen, de landing vond rond het middaguur plaats, op het sportterrein van de voetbal vereniging Excelsior. Hij werd daar begroet door de Commissaris van de Koningin in Overijssel, de Burgemeester van Rijssen en de plv. Districtscommandant van de Rijkspolitie in Overijssel. Het ging per auto naar het stadhuis, waar het dagelijks bestuur van Tubantia aan de Prins werd voorgesteld. Ook het dagelijks bestuur van de gemeente werd hier aan de Prins voorgesteld. (Bij de foto’s vindt u de namen, zodat ik die hier niet allemaal hoef te vermelden. De hoge gasten vertrokken vervolgens naar Rijsserberg waar de lunch werd gebruikt, Het bestuur van Tubantia vertrok naar de schietbaan, waar tegen drie uur de Prins met zijn gevolg zou aankomen voor de opening. Vanwege het grote aantal genodigden was de gemeentelijke sporthal afgehuurd voor de eerste opvang en het houden van de toespraken. In de hal werden de overige bestuursleden van Tubantia en de voorzitter van de KNSA, aan de Prins voorgesteld. Nadat iedereen had plaatsgenomen werd een toespraak gehouden door voorzit ter Jan Bouwhuis van Tubantia. Vervolgens kwamen aan het woord de voorzitter van de KNSA, heer E.G. Yspeert en burgemeester G.J. Smit van Rijssen. Alles werd keurig aangekondigd door onze ceremoniemeester Rene Brouwer. Voor onze 91-jarig erevoorzitter G.J. Poortman was deze dag een bekroning op zijn schutters carrière, de Prins nam dan ook even de tijd voor hem, dat sprak vanzelf. Dan, het zal ongeveer kwart voor vier geweest zijn, wordt Prins Bernhard uitgenodigd zich naar de voorgevel van de schietbaan te begeven voor het verrichten van de openingshandeling, het onthullen van een glasmozaïek. Het door Liano Bearzatto gemaakte mozaïek bestaat uit het embleem van Tubantia met het oprichtingsjaar 1892. Uit naam van de vereniging werd, als dank, door de voorzitter van Tubantia vervolgens een prachtig houtsnijwerk, gemaakt door Freddy Nijland, aan de Prins overhandigd.


Het interieur van de verblijfsruimte boven de schietbanen van Tubantia, op de achtergrond
het door Albert Wessels gemaakte schilderstuk van de oude baan op de Biesterij


Onder het genot van een hapje en een drankje werd nog een poosje op de baan doorgebracht, waarbij door de Prins nog even een serie van vijf schoten werd gelost op 25 meter en een serie van vijf schoten op 50 meter. Uit het resultaat bleek dat we met een ervaren schutter van doen hadden.
Ook onderhield de Prins zich nog even met Mans Rozendom, zijn voormalige particulier chauffeur en met oud verzetsman ten Berge. Tegen half zes nam Prins Bernhard afscheid en vertrok met zijn gevolg.
Na ’s avonds nog een zeer druk bezochte receptie te hebben gehouden en de vrijdag daarop een geweldige feestavond, kon Tubantia zeer voldaan weer tot de orde van de dag overgaan.
Een schot in de roos, dat was de bouw van de nieuwe baan. Het ledental is enorm gegroeid, de jeugd heeft zich een plaats verworven bij Tubantia en de vereniging bloeit als nooit te voren.
We zullen een paar activiteiten noemen: Nationale kampioenschappen 50 meter liggend, selectiewedstrijden van de KNSA voor de kernploeg, onderlinge wedstrijd tegen Willem Tell uit Nijverdal, regionale en landelijke wedstrijden 12 en 50 meter, onderlinge wedstrijden tegen het korps van de Rijkspolitie Rijssen op geweer en pistool, allerlei districtswedstrijden, Nationale kampioenschappen 50- en 12 meter staand, onderlinge wedstrijden tegen kleiduiven schietvereniging "de Brekeld", open wedstrijden luchtgeweer, drie verenigingscompetities per jaar op de onderdelen lucht, revolver/pistool, geweer, over afstanden van 12- en 50 meter, wedstrijd MTS Almelo en partner MTS-Engeland, Euregio wedstrijden Nederland-Duitsland, training minder validen selectieploeg KNSA luchtgeweer en luchtpistool, enz. Enz.
 
En dan nu maar vol goede moed op weg naar het eeuwfeest.
  

DE SCHIETBAAN IN BOUWKUNDIG OPZICHT
(door Gerrit Velten)
Na een vijftal jaren als sluimerend lid van Tubantia, werd ik zo’n 10 jaar geleden (in de startfase van de nieuwbouw), geactiveerd en heb me sindsdien als technische vraagbaak, voorzitter, secretaris en nu weer als voorzitter voor de vereniging mogen inzetten.
Vanuit deze optiek enige bouwkundige informatie over onze accommodatie. Het gebouw beslaat een opp. van 930 m², heeft een inhoud van ± 4200 m³. en bestaat eigenlijk uit 2 gedeelten, namelijk een schietkelder met de 50m banen, een begane grond gedeelte met diverse verblijfsruimten en 12 m. banen. De schietbanen, zowel 12m. als 50m. zijn van kogelvangers voorzien en rondom afgeschermd, zodat veilig met lucht- en vuurwapens (tot kaliber .22) geschoten kan worden. Het verplaatsen van de schietkaarten gaat automatisch na een druk op de knop door de schutter.
Onderstaand een doorsnede en plattegrond van onze accomodatie:


 

                                        1. schietbanen 12m                   9. kluis voor wapens
                                        2. aanvullende verblijfsruimte   10. garderobe3
                                        3. verblijfsruimte                        11. toilet/douches heren
                                        4. keuken                                  12. toilet/douches dames
                                        5. C.V. installatie                       13. minder validen toilet
                                        6. magazijn                                14. Lift
                                        7. schietbanen 50m                   15. Ingang
                                        8. schietpunten voor 50m  
 

In het gebouw zijn diverse voorzieningen getroffen voor de opslag van munitie en wapens, dit na overleg over toe te passen beveiligingen en strenge keuring vanuit het min. van Defensie.
Tijdens de bouw diende men rekening te houden, met afzuiging van de kruitdamp, lichtsterkte, kleur van de wanden in de kelder in verband met aan te brengen verlichting, voorzieningen om de trekkracht van de 50m. banen (1000 kg/baan) op te vangen. De kelder overspanning is in een keer uitgevoerd, dit hield in dat er verschillende (in voorspanning / sterkte) vloerplaten toegepast moesten worden, in verband met diverse muren op de begane grond.
Het bovenstaande is nog maar een klein gedeelte van de ’problemen’ die in goede harmonie, wederzijds begrip van elkaars kennen, kunnen en tekortkomingen zijn opgelost.
Zoiets bouwen, in vrije tijd, met zoveel enthousiaste sportvrienden maak je maar eenmaal mee, het was mij een eer deel uit te maken van dat “bouwteam”.
 
Erevoorzitters:
De mannen die het ere-voorzitterschap verwierven zijn: M.G. van Heel (1876-1950); H. Jordaan (1916-1974) G.J. Poortman (1891-1986), G.J. Roeterdink (1925-1992) en M.A. Kienhuis (1939-2012)